Ontwikkeling kruidenrijke graslanden Kroondomein het Loo
In Kroondomein het Loo liggen op meerdere locaties droge kruidenarme graslanden. Het kroondomein wil op die locaties graag kruidenrijke graslanden ontwikkelen die niet alleen landschappelijk fraai, maar ook ecologisch waardevol zijn.
Vele jaren lang heeft het Kroondomein geprobeerd dit te realiseren middels een verschralingsbeheer van maaien en afvoeren. Dit leverde echter niet de gewenste resultaten op.
Buiting Advies en de Van de Haar Groep zijn daarom, in samenwerking met Heem met een pilot gestart waarin maatregelen zijn genomen om de kruidenrijkdom te vergroten.
Als eerst is de bodemopbouw en samenstelling onderzocht. Hiervoor zijn onder andere bodemmonsters geanalyseerd op belangrijke voedselstoffen en elementen. Ook is de aanwezige vegetatie onderzocht en in beeld gebracht. Eén van de belangrijkste problemen betrof de vervilte toplaag van de bodem, waardoor het waarschijnlijk lastig is voor andere soorten om zich tussen de grassen te vestigen.
Van enkele graslandpercelen is eind 2016 de toplaag van bodem verwijderd door van de Haar Groep. Door Heem is in samenwerking met een ecoloog van Buiting Advies vastgesteld welke soorten planten kenmerkend zijn voor de specifieke locatie en omstandigheden. Deze soorten zijn ter plaatse ingezaaid. Heem werkt alleen met inheems materiaal en streeft natuurlijke vegetaties na. Op een deel van de graslandpercelen zijn bepaalde voedselstoffen toegevoegd naar aanleiding van de uitkomsten van het bodemonderzoek. Op andere delen is dit achterwege gebleven zodat goed kan worden vergeleken wat de effecten zijn.
Medio 2017 zijn de resultaten in beeld gebracht. De ontwikkeling van de vegetatie in het graslandperceel te Gortel slaat zeer goed aan. Kenmerkende soorten als zandblauwtje, muizenoor, kleine leeuwentand en schapenzuring zijn massaal aanwezig en het aantal soorten en de kruidenrijkdom zijn zeer sterk toegenomen. Ook de biodiversiteit onder insecten als vlinders en bijen profiteert sterk.
In de toekomst zullen wij de ontwikkelingen blijven volgen en adviseren omtrent het beheer en eventuele aanvullende maatregelen.